Leren over verjaardagsgewoonten bij het taalcafé

Naast onze taalcafés in Overvecht, Lombok en Vleuten-De Meern is nu ook Kanaleneiland een taalcafé rijker! Elke dinsdag van 15:00-17:00 uur organiseert Taal Doet Meer een taalcafé in de Bibliotheek Kanaleneiland. Hier lees je wekelijks de verhalen van de vrijwilligers. Deze week vertelt Rudmer zijn verhaal.

Bezoekers van de Bibliotheek Kanaleneiland moeten raar opgekeken hebben toen er om 3 uur ‘s middags opeens “Lang zal ze leven” door het gebouw galmde. Het Taalcafé van dinsdag 20 november werd feestelijk geopend, dit keer met onze nationale verjaardagskraker. Vrijwilliger Marleen was de dag ervoor jarig geweest en niet geheel toevallig was het thema daarom ‘verjaardagen’.

Wanneer je jarig bent, hoor je natuurlijk iets lekkers mee te nemen. Marleen ontkwam er dus niet aan om alle tafels van een paar zakjes chips te voorzien. ‘Traktatie’ werd zo het eerste nieuwe woordje van de middag. Onder luid gekraak gingen de gesprekken van start.

Aan mijn tafel zaten dit keer vier jonge dames, afkomstig uit Turkije, Algerije en India. Ze waren alle vier nog niet zo lang in Nederland, waardoor ze qua Nederlands redelijk op hetzelfde niveau zaten. Hierdoor werd er goed afgewisseld en kwam iedereen voldoende aan het woord. Al pratend en luisterend kregen we een kijkje in elkaars cultuur. Het werd een leuk gesprek en voordat ik het wist was het half 5. Tijd voor het eindspel. Samen met collega Anouk probeerde ik de deelnemers met een quiz de (grappigste) Nederlandse gewoonten op verjaardagen bij te brengen. Ze weten nu dus allemaal dat we beginnen met koffie en gebak, dat de eerste hapjes meestal kaas en worst zijn en dat we vrijwel altijd in een kring gaan zitten.

Dit was mijn tweede keer als vrijwilliger bij het Taalcafé en wat mij dit keer vooral opviel, was hoe gemotiveerd de deelnemers waren. De dames bij mij aan tafel deden dit voor het eerst en hadden zichtbaar de wil om snel Nederlands te leren. Ik vond dit mooi om te zien, en weet ook zeker dat ze nog vaak terug zullen komen. Hoe zal hun niveau over een paar maanden zijn?

– door Rudmer Fijlstra –