VoorleesExpress-coördinator Lydia Paauw aan het woord…

Van september tot en met januari mag ik zelf gaan ervaren hoe het is om coördinator te zijn bij de VoorleesExpress. Om alle ins en outs te leren kennen van het coördinatorschap, ga ik in gesprek met Lydia Paauw. Zij is een seizoen lang coördinator geweest van zes gezinnen en hun voorlezers.

“Via de Vrijwilligerscentrale ben ik bij de VoorleesExpress uitgekomen. Zelf vind ik taal enorm belangrijk, ik lees en schrijf graag en haal daar veel plezier uit. Mijn dochter is nu 2,5 jaar oud en ik zie hoeveel plezier zij haalt uit boekjes die we samen lezen en doorbladeren. Ik vind het leuk en belangrijk om haar taalontwikkeling te stimuleren. Die stimulans is natuurlijk voor alle kinderen belangrijk, maar ik realiseer me ook dat dat niet voor alle ouders zo vanzelfsprekend is.”

“Vanuit de VoorleesExpress krijg ik de kans om de waarde van taal te delen. Als coördinator kan ik het belang ervan uitstralen en er een bijdrage aan leveren. Tegelijkertijd is de tijdsinvestering minder vastgepind dan die van de voorlezer, voor mij een perfecte combinatie!”

“Wat ik als heel erg positief ervaar is dat het mijn wereld verrijkt. Ik kom bij gezinnen thuis waar ik anders niet zou thuiskomen. Het biedt mij de mogelijkheid om kennis te maken met andere culturen en – letterlijk – in hun wereld te stappen. Het is een beetje veldwerk, beperkt tot een aantal bezoeken. Als coördinator heb je daarnaast ook de taak om de voorlezers te motiveren, coachen en stimuleren gedurende hun voorleestraject. “

“Bij de voorlezers die ik begeleidde verliepen de twintig weken erg soepel. Het was voor de voorlezers soms uitdaging om de aandacht van kinderen erbij te houden. Vooral bij de jonge kinderen. Zelf kwamen ze vaak al met creatieve oplossingen. Er zijn natuurlijk tal van mogelijkheden om met taal bezig te zijn – los van het voorlezen zelf. Dat was soms ook wel even schakelen, voorlezers hadden juist vanwege het lezen voor deze rol gekozen. Als dat dan niet altijd lukt, is het zoeken naar een nieuwe invulling. Ik vind het heel leuk om samen met de voorlezer dan te gaan verkennen wat andere mogelijkheden zijn. Zo zijn spelletjes als stoepkrijten, hinkelen met letters, woorden leggen met losse letters, woorden opnoemen beginnend met een ‘a’ (of welke letter dan ook), in een speeltuin of buiten alles opnoemen wat je ziet heel passend tijdens de bezoeken aan een gezin. Maar ook bijvoorbeeld een activiteit als ‘wie ben ik’, waarbij je een sticker op je hoofd plakt en moet raden wie je ‘bent’.”

“De gezinnen waar ik de afgelopen tijd thuis ben geweest zijn exemplarisch voor hoe goed mensen in de maatschappij kunnen integreren. De gezinnen waren allemaal ontzettend gemotiveerd om hier hun plek te vinden en hun kinderen goed Nederlands te laten spreken. Zij werkten daar ongelofelijk hard voor. Die verhalen lees of hoor je amper in de media. Ik ervaar het als mijn taak om vooral ook dit andere geluid te laten horen en zo hopelijk op kleine schaal iets meer begrip en minder oordelen te kunnen realiseren.”

“Als coördinator zie je de vooruitgang van het kind erg goed. Er is veel vertrouwen tussen de voorlezer en het gezin, de voorlezer maakt na tien weken echt deel uit van het gezin. Zo was er een meisje dat bij het eerste bezoek haar mond niet open deed en nu de oren van je hoofd kletst! Vaak stonden de kinderen al bij de deur tot de voorlezer er eindelijk was. Heel mooi om dit (als buitenstaander) te kunnen zien.”

“De gezinnen en voorlezers hebben mij de mogelijkheid gegeven om niet alleen hen te begeleiden, maar ook mezelf te verrijken. Met elkaar praten, dat is waar het uiteindelijk om gaat!”

– geschreven door Johanna Harder –