Babah Tarawally: “Geen enkel land eert zijn vluchtelingen”
Op het EK voetbal zie ik al die geweldige jonkies die fantastisch voetballen. Het herinnert me eraan hoe lang ik al in Nederland ben. Afgezien van onze 38-jarige goalie Stekelenburg, die twaalf jaar oud was toen ik in 1995 arriveerde, zwommen vele spelers nog in de ballen van hun vader. Ik zwom ook in die tijd, maar dan als drenkeling in de asielprocedure.
Op de grill
In juli ben ik precies 26 jaar in Nederland. Wat gaat de tijd snel! Elk jaar op 21 juli sta ik even stil bij mijn aankomst als vluchteling. Een herdenkings- en bevrijdingsdag ineen. Gevlucht uit een brandhaard in Sierra Leone werd ik zeven jaar lang gegrilld in een asielzoekerscentrum in Nederland.
Vaak heb ik de neiging om de brandhaard en de grill met elkaar te vergelijken. Een vriend en tevens psycholoog adviseerde me om de slechte herinneringen weg te denken en me alleen op dingen te focussen die me een blij gevoel geven. Dit heeft me veel geholpen, alleen wil ik soms de moeilijke hordes die ik heb genomen niet wegdenken of vergeten. Zoals Martin Luther King ooit zei: “Uiteindelijk wordt een man er niet op beoordeeld waar hij staat in tijden van comfort en gemak, maar waar hij staat in tijden van uitdaging en controverse”.
“Vluchten is in de ogen van de maatschappij geen heldhaftige daad”
Wilhelmina en haar ministers
Ik schaam me er niet voor om vluchteling te zijn. Ik voelde me zelfs apetrots toen ik las dat onze koningin en haar ministers tijdens de Duitse invasie in de Tweede Wereldoorlog waren gevlucht naar Engeland. Als VIP-vluchtelingen gaven ze leiding en steun aan het bezette Nederland. Op dit voorbeeld na, heb ik nergens gelezen dat Nederlandse families die in die periode naar Canada, de VS, Australië, Engeland en Zuid-Afrika vertrokken, daadwerkelijk zijn gevlucht. Ik las wel over Nederlandse migratie, maar het woord vluchten zag ik nergens terugkomen. Zou dit zo kunnen zijn omdat ‘vluchteling’ een denigrerend tintje heeft?
We herdenken jaarlijks onze oorlogsdoden, vieren de overwinning en onze vrijheid. Maar nooit herdenken we de mensen die in de twee wereldoorlogen naar het buitenland zijn gevlucht zonder terug te keren. Er is geen land ter wereld dat zijn vluchtelingen eert. Vluchten is in de ogen van de maatschappij geen heldhaftige daad. Niet voor het land waaruit je vertrekt en niet voor het land dat je opvangt.
Je raakt als vluchteling nooit helemaal je vluchtstreepjes kwijt
Verschrikkingen
Gelukkig hebben we onze eigen internationale dag op 20 juni, wanneer we stilstaan bij de verschrikkingen die vluchten met zich meebrengt: Wereldvluchtelingendag.
Je raakt als vluchteling nooit helemaal je vluchtstreepjes kwijt. Vluchten is een vak apart, dat besef ik heel goed. Hoewel ik soms last heb van de gedachte dat ik als gevierd journalist en schrijver toch altijd wordt gezien áls vluchteling, zie ik mezelf ook als de persoon die aandacht voor het lot van vluchtelingen moet vragen.
Bij elke naam voelde ik een rilling
44.000 mensen
Daarom had ik direct toegezegd om in Scheveningen tijdens Wereldvluchtelingendag te spreken. We kwamen bijeen om de slachtoffers van het Europees grensbeleid te herdenken. Ik mocht de namen voorlezen van een deel van de 44.000 mensen die de overtocht naar Europa niet hebben overleefd. Bij elke naam voelde ik een rilling. Tezamen zorgden zij voor een aardbeving in mijn lijf, daar geen van deze namen een enkeling is. Elk van hen heeft een geschiedenis, een familie, een vrouw of een kind. Ze vluchtten op zoek naar veiligheid, vrijheid en een nieuw leven. Ze vertrokken uit een brandhaard om vervolgens op de grill te belanden van het Europese grensbeleid. Moge hun ziel in vrede rusten.
Deze column is geschreven Babah Tarrawally, schrijver en journalist. Tarrawally vluchtte in de jaren negentig uit Sierra Leone vanwege het oorlogsgeweld en doorstond een asielprocedure van zeven jaar in Nederland.
Origineel verschenen op 24 juni 2021 in Trouw
Lees meer verhalen





