Column Elma Blom – Tweetaligheid: over voordelen en veelkoppige draken
Een eeuw geleden dachten wetenschappers dat tweetaligheid slecht was voor het menselijke brein. Tegenwoordig lezen we regelmatig dat het brein van tweetaligen er juist heel goed voor staat. Zo zouden de executieve functies van tweetaligen extra goed ontwikkeld zijn. Andere wetenschappers zijn het hier weer helemaal niet mee eens. Hoe zit het nu?
Over Executieve functies
Executieve functies zijn de “regelfuncties” van de hersenen. Het gaat hierbij om je vermogen om aandacht ergens op de richten, impulsen te onderdrukken, afleiding te negeren, informatie die je krijgt op te slaan zodat je deze kan gebruiken, en te multitasken. Executieve functies zijn belangrijk voor sociaal gedrag. Ook heb je ze nodig om op school goed te presteren en je doelen te behalen. En zowel sociale als academische vaardigheden bepalen weer je maatschappelijk succes. Tweetaligen lijken dus goud in handen te hebben.
Af en toe horen we een tegengeluid. In één studie vonden de onderzoekers dat tweetalige kinderen betere executieve functies hadden. Maar de tweetalige kinderen in dit onderzoek hadden ook ouders met een hogere sociaal-economische status, dus ouders met meer opleiding en betere banen. Toen de onderzoekers hun groepen sociaal-economisch vergelijkbaar maakten, verdween het tweetalige voordeel als sneeuw voor de zon. Dus soms lijken we tweetalige voordelen te zien, maar als we wat verder kijken, dan is dit toch niet zo.
Tweetalige voordelen?
Andere keren zien we geen tweetalige voordelen terwijl ze er toch zijn. Een voorbeeld van mijn eigen onderzoek. Samen met mijn collega’s heb ik het werkgeheugen van tweetalig Turks-Nederlandse en eentalig Nederlandse kleuters met elkaar vergeleken. (Kijk hier voor het artikel). Het werkgeheugen kun je zien als een tijdelijke opslagplaats in de hersenen. Allerlei informatie komt binnen via het werkgeheugen en om een taak goed af te maken moet je deze informatie vast kunnen houden. Denk bijvoorbeeld aan uitleg die je krijgt en die je moet kunnen herinneren om een spelletje of een opdracht te doen. Of een complexe som die je op moet lossen en waarbij je de getallen even vast moet houden om de berekening te maken.
In ons onderzoek was de sociaal-economische status van de eentalige kleuters hoger dan die van de tweetalige kleuters. Dit is typisch voor de Nederlandse situatie waarin veel immigranten naar Nederland gekomen zijn voor laag-betaalde arbeid. Toen we onze data bekeken zonder rekening te houden met dit verschil tussen tweetaligen en eentaligen, was er geen tweetalig voordeel: de Turks-Nederlandse kinderen en Nederlandse kinderen scoorden hetzelfde op de werkgeheugentaak die we hen voorlegden. Maar toen we rekening hielden met deze verschillen in sociaal-economische status, bleken de tweetalige kinderen een beter werkgeheugen te hebben dan eentalige kinderen.
Wat deze voorbeelden laten zien, is eentaligen en tweetaligen vaak op meerdere manieren van elkaar verschillen. De kinderen in de bovenstaande voorbeelden zijn tweetalig geworden omdat hun ouders geïmmigreerd zijn vanuit een ander land. In sommige landen worden werknemers met een goede opleiding aangetrokken, waardoor veel immigranten een relatief hoge sociaal-economische status hebben. In andere landen worden werknemers met weinig opleiding aangetrokken, waardoor veel immigranten een relatief lage sociaal-economisch status hebben. Sociaal-economische status is bepalend voor de omgeving waarin een kind opgroeit. En de omgeving bepaalt, onder andere, hoe goed de executieve functies van een kind ontwikkeld zijn. En dus is het erg belangrijk om sociaal-economische status mee te wegen in je onderzoek naar tweetalige voordelen.
Inmiddels weten we ook dat cultuur van invloed is op de executieve functies. Chinese (eentalige) kinderen ontwikkelen hun executieve functies sneller dan Noord-Amerikaanse (eentalige) kinderen. Maar er zijn mogelijk ook factoren waar we nog minder grip op hebben. Kinderen worden meertalig omdat hun ouders reislustig zijn (mijn eigen kinderen) of een kind wordt meertalig omdat haar ouders haar naar een internationale school sturen (vriendinnetje van mijn dochter). Opvoeders die deze keuzes maken – immigratie, reizen, internationale school – zijn misschien andere opvoeders met andere opvoedstijlen dan ouders die deze keuzes niet (hoeven) maken. En ook opvoedstijlen kunnen de executieve functies van kinderen bepalen.
Conclusie
Kortom: waarom vindt het ene onderzoek wel meertalige voordelen en het andere niet? Ik denk dat onderzoekers die bezig zijn met tweetalige voordelen op het gebied van executieve functies twee veelkoppige draken bevechten. De ene draak heet Tweetaligheid en de andere Executieve Functies. Mijn conclusie is dat tweetaligheid voordelen kan bieden voor de ontwikkeling van de executieve functies. Maar: niet elke tweetalige ontwikkelt de voordelen, niet elke executieve functie wordt gestimuleerd door tweetaligheid, en tweetaligheid is niet de enige manier om de ontwikkeling van executieve functies een boost te geven.
Elma Blom is hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid in Gezin en Onderwijs bij de Universiteit Utrecht. Ze doet onderzoek naar taalontwikkeling in uitdagende situaties en onderzoekt onder meer meertaligheid.
(Een eerdere versie van dit blog was geplaatst op meertalig.nl)
Lees meer verhalen





