Waarom deze richtlijn
Kunstmatige intelligentie (AI) groeit en verbetert met de dag. Steeds meer mensen weten hun weg te vinden naar systemen zoals ChatGPT om bijvoorbeeld teksten te schrijven of ideeën op te doen. Ook taalcoaches van Taal Doet Meer kunnen er baat bij hebben. Sommigen zijn zelfs al druk met ChatGPT, Gemeni of CoPilot in de weer. Dit kan veel opleveren, maar ook veel kosten. Om het milieu, de privacy en de kwaliteit te waarborgen voelden we de wens om richtlijnen op papier te zetten voor taalcoaches die met AI aan de slag willen. Dit document helpt je om AI verantwoord en effectief in te zetten bij het begeleiden van je taalleerder(s).
De kern: AI is een hulpmiddel, geen vervanging
Het doel van Taal Doet Meer is dat deelnemers zelf de Nederlandse taal oefenen en leren. AI kan ondersteunen, maar mag het eigen denk- en leerproces van de taalleerder niet overnemen. Laat de deelnemer dus niet klakkeloos AI gebruiken om een tekst te schrijven of antwoorden te bedenken. Dan wordt er minder actief nagedacht en dat kan de taalontwikkeling remmen. Een onbekend woord opzoeken, zoals je dat ook in Google Translate zou doen, is natuurlijk prima. Maar Taalcoaching is juíst bedoeld om zelf te oefenen – met vallen en opstaan.
Gebruik AI dus vooral als hulpmiddel voor jou als vrijwilliger om je lessen voor te bereiden, bijvoorbeeld door:
- Teksten te laten maken op het taalniveau en met de interesses van jouw groepje of pupil.
- Moeilijke teksten te laten herschrijven naar een makkelijker taalniveau,
- Vragen te laten bedenken bij een tekst of artikel dat je wilt behandelen.
- Ideeën te verzamelen voor taalspelletjes of creatieve oefeningen.
Tips en valkuilen
Tips
- Gebruik AI als inspiratiebron: Vraag om ideeën voor gespreksonderwerpen, lesideeën of taalspelletjes. Struikelen jouw deelnemers over het verschil tussen ‘die’ en ‘deze’? Of blijkt de ‘ui’ een echte tongbreker? Vraag AI daar specifieke oefeningen voor te bedenken. Er kunnen zomaar creatieve invalshoeken of spelvormen uitkomen waar je nog niet aan had gedacht.
- Laat teksten aanpassen aan taalniveau: Slimme taalsystemen kunnen in enkele seconden een moeilijke tekst herschrijven tot A2 of B1 niveau. Zo kun je de actualiteit bespreken zonder met lastige krantenartikelen te hoeven werken.
- Controleer altijd de output: Wees heel kritisch op de uitkomst. Niet alles waar AI mee komt is bruikbaar en vaak zijn meerdere ‘prompts’ (opdrachten) nodig om tot het beste resultaat te komen. Lees alles na en pas aan waar nodig, zodat het klopt en bij je groepje of pupil past.
- Geef voldoende context: Vertel AI waar de tekst of oefening voor bedoeld is, wat je ermee wilt bereiken, wat het taalniveau van de deelnemer(s) is, met welke onderwerpen ze moeite hebben, hoeveel woorden de tekst mag hebben, etc. Hoe meer input je geeft, hoe beter het resultaat. Deel echter nooit privacygevoelige informatie (zie valkuilen hieronder).
- Voorzie AI van voorbeelden: Je kunt teksten of oefeningen die je groep leuk vond meegeven aan het taalprogramma en vragen om die als inspiratie te gebruiken. Zo krijg je sneller een stijl of richting die aansluit.
Valkuilen
- Deelnemers zelf achter ChatGPT/Gemeni/CoPilot zetten: Het gaat om hun eigen denk- en oefenproces. Dus leg die telefoons even aan de kant en ga zélf aan de slag.
- Persoonsgegevens delen: Hoewel taalsystemen als ChatGPT en Gemeni je gegevens niet zonder toestemming delen met derden, zijn datalekken nooit 100% te voorkomen. Voer daarom nooit namen, adressen of andere gevoelige informatie in!
- Ongecontroleerde teksten of opdrachten gebruiken: AI kan fouten maken of onnauwkeurige informatie geven. Zeker bij teksten met feitelijkheden, zoals over geschiedenis of actualiteit, is het belangrijk het resultaat goed te checken.
- Vertrouwen op AI voor complexe of gevoelige onderwerpen: AI is geen vervanger voor je eigen kennis of gezond verstand. Loop je tegen lastige zaken aan in je taalvrijwilligerswerk? Bespreek dit dan met je coördinator.
- Onverantwoord gebruik: AI gebruikt veel energie. Zowel voor het trainen en ontwikkelen van de taalmodellen als het geven van een ‘prompt’ (opdracht). Heb je een simpele vraag waarvoor je ook een zoekmachine kunt gebruiken? Dan is dit 5x zuiniger dan een tool als ChatGPT. Ook antwoorden op AI zoals ‘Dankjewel, hier kan ik wat mee’ kosten onnodig stroom. Beperkt je dus tot écht nuttig gebruik.
Handige voorbeeldprompts
Hieronder vier prompts die je kunt kopiëren en aanpassen. Zet tussen [haakjes] je eigen onderwerp of niveau:
- Tekst op maat
“Schrijf een korte tekst van ongeveer 150 woorden over [onderwerp] op taalniveau [A2/B1], geschikt voor iemand die Nederlands leert.”
- Vragen bij een tekst
“Bedenk vijf vragen bij deze tekst die een taalleerder kan beantwoorden op niveau [A2/B1]: (plak hier de tekst).”
- Taalspelletje
“Bedenk een eenvoudig taalspel voor een groep van [aantal] deelnemers over het thema [onderwerp], passend bij niveau [A2/B1].”
- Woordenschat oefenen
“Maak een lijst van tien veelgebruikte woorden over [onderwerp] met korte, eenvoudige uitleg in het Nederlands op niveau [A2/B1]. Maak vervolgens een kort verhaal van 150 woorden op [A2/B1] niveau waarin deze woorden allemaal voorkomen.”
In dit artikel vind je meer tips over het schrijven van een goede prompt.
Tot slot
AI kan je als taalcoach veel tijd en inspiratie geven, mits je het bewust en verantwoord inzet. Is het niet jouw ding? Laat het dan gerust voor wat het is en ga gewoon verder op de ‘oude’ manier! Wil je wel met AI aan de slag? Gebruik dan de punten hierboven als richtlijn en blijf vooral zelf kritisch.