In België is taal een netelig onderwerp. Politieke kwesties worden uitgevochten langs de lijnen van taal. Het klinkt raar maar in tweetalig Frans-Nederlands België is het niet vanzelfsprekend dat een Waal Nederlands spreekt of een Vlaming Frans. En, zo vertelde een Belgische collega me ooit, het is in Vlaanderen vele malen eenvoudiger om tweetalig Engels-Nederlands onderwijs in te voeren dan Frans-Nederlands onderwijs. Wallonië blijft dan natuurlijk niet achter: liever Engels-Frans onderwijs dan Nederlands-Frans. Bij onze zuiderburen is taal een serieuze zaak.
En zo zijn er dan ook Vlaamse politici die taalontwikkeling van kinderen tot hun politieke speerpunt maken. Ben Weyts, de Vlaamse minister van Onderwijs, is zo iemand. Weyts stelt op zijn website dat kennis van het Nederlands de sleutel is tot alle andere kennis. Hij wil dat alle kinderen kennis vergaren en dat niemand achter mag blijven. Een lovenswaardig streven. Dus liet hij begin dit jaar een ballonnetje op en stelde voor om ouders die hun kinderen niet voldoende steunen in hun Nederlandse ontwikkeling, te bestraffen. Een straf had hij ook al voor ogen. Het leek hem een goed idee om deze ouders bijvoorbeeld geen kinderbijslag uit te betalen.
“ Die heeft geen draadje los, maar een hele stoppenkast ”
Ik was niet de enige die dit alles met enig ongeloof aanhoorde. Leerkracht Vincent vond het een dwaas idee en zei tegen de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie VTR: “Onze minister Weyts is duidelijk niet het scherpste potlood in de doos”. Al googelend vind ik een reeks mooie varianten en begrijp ik de strekking helemaal. Wat te denken van ‘Die heeft geen draadje los, maar mist de hele stoppenkast’, ‘Zijn schommel stond vroeger te dicht bij de muur’ of ‘Die kan nog geen 0 op de kop schrijven’. Terug naar het plan van Weyts. Waarom gaat zijn liftje niet helemaal tot boven? Hij zag voor het gemak uitvoerbaarheid en wetten over gelijke behandeling en privacy over het hoofd. Hoe vast te stellen wat er achter de huisdeur gebeurt? Wat zijn criteria voor ‘onvoldoende steunen’?
Maar ook in andere opzichten staat de bovenkamer van Weyts te huur. Hij wil ouders dwingen om met hun kinderen te praten in een taal die zij soms maar ten dele machtig zijn. En hij stelt financiële sancties voor bij gezinnen die het vaak al niet breed hebben. Alsof dat een stimulerend ontwikkelingsklimaat thuis ten goede komt. Zijn aanpak ontmoedigt de ontwikkeling in de thuistaal, maar als kinderen de thuistaal niet beheersen, kunnen ze moeilijker met hun ouders praten. Zonder thuistaal kan het ook lastig zijn om een band op te bouwen met de rest van de familie en wordt de identiteitsvorming beperkt.
“ Taal is een sleutel tot kennis, maar niet alleen de Nederlandse taal ”
Laat je ouders de thuistaal gebruiken dan kunnen ze hun kinderen bijvoorbeeld beter helpen met schoolwerk. Ik denk hierbij aan het inspirerende onderzoek van Erin Gail MacDonald waarbij ouders en kinderen tijdens het doen van een spel ongemerkt gesprekken voeren over driehoeken, verhoudingen en afmetingen. Ouders concluderen achteraf dat dit in hun moedertaal toch een stuk beter gaat dan in het Nederlands, een taal waarin ze de woorden voor al deze concepten niet kennen. Laat het duidelijk zijn: taal is een sleutel tot kennis, maar niet alleen de Nederlandse taal. En een goede beheersing van de thuistaal blokkeert de Nederlandse ontwikkeling niet, maar vormt juist een stevig fundament.
Deze column is geschreven door Elma Blom. Zij is hoogleraar Taalontwikkeling en Meertaligheid in Gezin en Onderwijs bij de Universiteit Utrecht. Ze doet onderzoek naar taalontwikkeling in uitdagende situaties en onderzoekt onder meer meertaligheid.
Breng hem over als taalvrijwilliger! Door een ander te helpen met het keren van het Nederlands, werk je mee aan het zelfvertrouwen, de toekomstkansen en positie van taalleerders in de Utrechtse samenleving. Word ook vrijwilliger bij Taal Doet meer! Voor meer info, check onze vacatures.