Empathie is handig om te hebben. Je leren verplaatsen in anderen begint al in de kleuterklas. Je ziet dat jij van pindakaas houdt, maar dat je vriendje Sam dit juist enorm smerig vindt. Daardoor krijg je in de gaten dat je Sam niet jouw boterham met pindakaas moet geven als hij zijn broodtrommel vergeten is. Dat is inlevingsvermogen in het echte leven. Ook boeken bieden kinderen de kans om in andermans schoenen te gaan staan en te voelen hoe dat is. Of het nu gaat om het buurmeisje om de hoek of om Blitz, een groen ruimtemannetje dat leeft op Bol Nul.
Als het lezen van boeken kan helpen om zich in te leven in anderen, is dit dan ook behulpzaam in het tegengaan van vooroordelen bij kinderen? Ja, dat is één van de strategieën die kan helpen, zo blijkt uit het onderzoek naar ‘wat werkt in het verminderen van vooroordelen en discriminatie onder kinderen op de basisschool’.* Wetenschappers zien een verband tussen veel (vooral fictie) lezen en empathisch vermogen. Maar er is geen eenduidig bewijs over wat oorzaak is en gevolg. Zorgt het lezen van veel fictieboeken voor meer inzicht en inleving in andere mensen? Of lezen mensen die van zichzelf empathischer zijn ook vaker fictie?
Waarschijnlijk lees je deze column van Taal Doet Meer omdat jij ook zo iemand bent die houdt van lezen. Dus: mag ik dan even jouw empathisch vermogen testen? Hoe moet het voelen voor een meisje dat van jongensdingen houdt, om nooit een boek te kunnen lezen over een meisje dat ridder wordt? Hoe moet het voelen voor een jongetje van kleur die houdt van boeken over superhelden, dat er geen boeken of films zijn over superhelden van kleur? Hoe moet het voelen als je homoseksueel of transgender bent, dat er vooral boeken en films over queer personen zijn waarbij het queer-zijn problematisch is en bijna nooit gewoon leuk? Het antwoord valt te raden.
Inmiddels wordt de lijst met ‘inclusieve’ boeken voor kinderen en jongeren gelukkig steeds langer.
Dit zijn boeken die de bekende stereotypen doorbreken. Bij queer-boeken** en -films is het echter oppassen dat daar geen nieuwe stereotypen voor in de plaats komen. Het trekt blijkbaar veel publiek om te focussen op de transmeisjes*** die op ballet willen of alleen op het moeizame ‘uit de kast komen’.
“Het trekt blijkbaar veel publiek om te focussen op de transmeisjes die op ballet willen”
Martijn Kamphorst, hoofdredacteur van Winq, een queer lifestylemagazine: “Het verhaal van queer mensen is zoveel breder dan alleen het stukje ellende dat sommigen aan het begin van hun zoektocht naar hun identiteit ervaren.” Daarom vind ik het persoonlijk mooi dat dit jaar in Alkmaar ‘de Queer boekenkast’ is geopend. In deze boekwinkel liggen bijvoorbeeld ook ‘gewone’ thrillers van Thomas Olde Heuvelt waarin de personages toevallig gay zijn. De nadruk moet niet altijd op het thema ‘anders zijn’ liggen. Juist ‘casual representatie’ is belangrijk, zodat alle kinderen zich kunnen herkennen in boeken. Bovendien kan de focus op ‘anders zijn’ juist leiden tot het onderscheid maken tussen groepen. Dit werkt discriminatie in de hand, zo is bekend vanuit de sociale psychologie. Daar moet je dus voorzichtig mee zijn.
Het mooie aan veel kinderboeken vind ik dat die nooit gaan over groepen mensen, maar dat je de leefwereld van allerlei unieke personages wordt ingetrokken. Zo heb ik als taalmaatje samen met mijn leerling Ibrahim veel plezier beleefd aan ‘meneer Stink’, een boek van David Williams over de vriendschap tussen het eenzame meisje Chloe en een bijzondere zwerver. Of beter gezegd: landloper of vagebond. Een citaat: ‘Ik houd niet van het woord zwerver. Dat doet me denken aan iemand die stinkt. Ik verkies vagebond of landloper.’ Zoals hij dat zei klonk het echt mooi, vond Chloe. Vooral ‘landloper’. Ze wilde graag landloper zijn.’
“Goede schrijvers zijn in staat door middel van taal ons empathisch vermogen aan te spreken”
En bij Blitz (zijn huid is groen, zijn broek is blauw, zijn neus is lang en hij heeft een spriet op zijn neus), kun je je heel goed voorstellen dat hij na zijn bezoek aan de aarde enorm blij is dat hij weer terug gaat naar zijn eigen Bol Nul. ‘Hoe gaat het? Vraagt Moes. ‘Ik mis mijn bol’ zegt Blitz. Er rolt een traan over zijn wang. Op Bol Nul was het rustig. Er was geen hok. En ook geen hek. Blitz kon zo gek doen als hij wilde. Niemand keek naar hem. Hij was vrij.’
Goede schrijvers zijn in staat door middel van taal ons empathisch vermogen aan te spreken. En daardoor kunnen we meevoelen met mensen, met dieren en zelfs met buitenaardse wezens. In mijn beleving komt dat doordat we gaan snappen dat anderen, hoe ver ze soms ook van ons afstaan, ook best op ons lijken. En dat we hetzelfde zouden voelen, als we in hun schoenen (of laarzen) zouden staan. Iedereen is anders, maar toch hetzelfde.
Voor leerkrachten, mentoren of taalmaatjes die met het thema ‘boeken en empathie’ of het tegengaan van vooroordelen aan de slag willen, kijk eens op deze websites:
Deze column is geschreven door Silvia Bunt, freelance adviseur/onderzoeker en tekstschrijver.
* Felten, Hanneke, René Broekroelofs en Jasper van de Kamp. Opgroeien zonder vooroordelen: wat werkt in het verminderen van vooroordelen en discriminatie onder kinderen op de basisschool? Kennisplatform Integratie & Samenleving, 2020.
** Queer wordt gebruikt als parapluterm in plaats van de afkorting lhbtqia+.
*** Een transmeisje is een meisje dat is geboren als jongen.
En wil je deze liefde voor taal overdragen op anderen, volwassenen of kinderen? En daarmee ook inclusiviteit en gelijke kansen in Utrecht bevorderen? Word taalvrijwilliger bij Taal Doet meer! Voor meer info, check onze vacatures.