Utrecht kent meerdere formele taalscholen. In kleine groepen krijgen cursisten daar les van een NT2 (Nederlands als tweede taal)-docent. Bij sommige van deze taalscholen assisteren vrijwilligers van Taal Doet Meer in de les. Mark is zo’n vrijwilliger. Hij is arts en naast zijn drukke baan fietst hij iedere week in de avonduren naar zijn klas. Wat drijft hem?
Mark (1993) heeft een leuk huis in Rivierenwijk en ontvangt mij met een pot thee. Hij is arts-onderzoeker bij het UMC en doet promotieonderzoek naar huidkanker. Hoe is hij bij de taalschool terecht gekomen?
Mark: “Ik had wel eens iets gelezen over Taal Doet Meer en dat was blijven hangen. Begin 2023 had ik wat tijd over en dacht: wat ga ik daarmee doen? Inmiddels is dat wel anders” zegt hij er lachend achteraan. Toch hakte hij de knoop door en meldde zich aan als vrijwilliger.
“Ik had wel eens iets gelezen over Taal Doet Meer en dat was blijven hangen”
Elke week fietst hij na zijn werk naar de taalschool. Daar leidt een NT2-docent de les, Mark assisteert. Hij vertelt hoe zo’n les gaat: “We beginnen om zeven uur. We doen een spreekoefening, een dictee of we maken een proefexamen. Ik probeer examenslimmigheden aan te leren. Hiervoor gebruik ik mijn eigen ervaring uit mijn studietijd. Dat klinkt misschien droog, maar we hebben heel veel lol samen.”
“Zo hebben we vijf minuten geprobeerd het woord ‘verschrikkelijk’ uit te spreken. Dat is niet te doen voor iemand die het Nederlands niet kent. Taal is ook heel leuk en iedereen maakt fouten. Het zijn vooral luchtige lessen waar ik met heel veel plezier heen ga. Kijk, iedereen heeft er een werkdag op zitten dus plezier is wel belangrijk.”
“We hebben vijf minuten geprobeerd het woord ‘verschrikkelijk’ uit te spreken”
Mark besteedt daar extra aandacht aan door de lessen interactief te maken. “Zo moeten ze elkaars toetsen nakijken. Of we doen een vragenronde waarin we vertellen over onszelf. Het gaat ook om interesse in elkaar. Dat kan heel simpel: hoe woon jij? Waar ga je heen op vakantie? Dan pakken we Google Maps erbij en zoeken de bestemming op.”
De onderwerpen dienen zich vaak vanzelf aan, zo licht hij toe met een voorbeeld. “Als er iemand heel netjes gekleed komt naar de les omdat er iets te vieren valt, dan hebben we het daarover. Soms is het wel eens lastig dat er zoveel niveauverschillen zijn, maar de ander uit hetzelfde land legt het dan vaak uit. Mensen trekken zich aan elkaar op. Het zorgt ook voor een hoop lol.”
“Het voelt niet als een ‘moetje’, omdat ik er altijd met veel plezier vandaan kom”
Waarom doet Mark dit vrijwilligerswerk naast zijn drukke baan? “Het voelt niet als een ‘moetje’, omdat ik er altijd met veel plezier vandaan kom. Natuurlijk heb ik er wel eens geen zin in, maar als ik er dan geweest ben, weet ik weer waarom ik het doe. Het heeft ook met de groep te maken, die is heel leuk. Het geeft mij voldoening.”
En er is nog iets. Hij denkt even na en zegt dan: “Het maakt me nederig. Wij hebben heel veel geluk, dat is het denk ik. Dat besef neem ik ook mee in mijn werk als arts. Ik realiseer me veel meer hoe taalvaardigheid werkt. Hoe je praat met iemand en luistert. Begrijpt iemand je goed? Dat ga ik in mijn consulten nog meer controleren. Er zijn mensen die perfect de taal spreken, maar niet kunnen lezen. Dat kunnen ook Nederlanders zijn, want laaggeletterdheid komt overal voor. Dat neem ik hier wel uit mee.”
“Voor mij was het een kans om midden in de maatschappij te staan”
Taalvrijwilligerswerk doen betekent vaak ontmoeting met andere culturen en andere bubbels. Mark ervaart dat ook zo: “Het is een laagdrempelige manier om mensen vanuit verschillende achtergronden te leren kennen. Voor mij was het een kans om midden in de maatschappij te staan. Iedereen is tegenwoordig zo individualistisch. Ik doe daar zelf ook aan mee. In mijn werk begeef ik me tussen veel van dezelfde soort mensen, wat natuurlijk ook comfortabel is. Ik vind het goed om me te realiseren dat er meer is dan dat.”
“Niet iedereen heeft het zo goed. Het is niet altijd je eigen verdienste, ik heb gewoon mazzel gehad in waar ik vandaan kom. Zo zie ik nu steeds meer hoe belangrijk taal is in de samenleving. Als je niet kunt lezen, kun je ook geen brieven lezen van de overheid. We hebben nog een wereld te winnen om dingen helderder in taal uit te drukken”, besluit Mark.
* Interview: Els Vegter, freelance schrijver/journalist en beeldend kunstenaar